Page 67 - bloch2-30-01-2022_OCR

Charlotte

Voor een taart van 8 personen:
/ 600 g pâte grasse
/ 25 g aalbessenconfituur
/ 7 à 8 appels (reinette, james grieve, granny
smith, oogstappel)
/ 50 g kristalsuiker
/ 1 g kaneel
/ 25 g ongezouten boter
/ 1 losgeklopt ei
een ingeboterde taartring of taartvorm van 8
porties, doorsnede 24 cm en 1,5 cm hoog
1 bakplaat bekleed met bakpapier
Warm de oven voor op 190 °C

Bewerk het deeg eventjes met je hand en verdeel
het in twee stukken.
Rol één stuk deeg uit tot 3 mm dik en iets groter
dan de taartring. Doe dit op een met weinig
bloem bestoven werkblad.
Bekleed de taartring of de taartvorm met het
uitgerolde deeg. Druk de zijkanten goed aan.
Let erop dat er nog wat deeg over de rand hangt.
Strijk die in met losgeklopt ei. Prik de bodem in
met een vork en besmeer met een laag aalbes­
senconfituur.
Schil de appels, ontpit ze en snijd ze in stukjes van
ongeveer 2 op 2 cm. Vul de taart met de stukjes
appel op een bergje.
Meng de suiker met de kaneel en strooi dit over
de appels. Leg er 3 stukjes boter bovenop.
Rol het tweede stuk deeg uit tot 2,5 mm en op­
nieuw iets groter dan de taartvorm. Leg het over
de appels. Duw met de zijkant van je handen
het deksel tegen de rand en snijd het overtollige
deeg weg.
Maak met je vinger een gaatje van ongeveer 3 cm
in het midden van de taart.
Bak de taart 60 à 70 minuten in een oven van 190 °C.