Page 252 - Als doden een gezicht krijgen_Het DVI Team
P. 252

DVI  16-10-2007  09:42  Pagina 252







                               de  lach.  Bleek  immers  dat  een  van  de  palletten  was  gaan  bewe-
                               gen,  waardoor  het  lichaam  ook  in  beweging  was  gekomen.  Een
                               Franstalige  brandweerman  die  de  scène  had  gezien  was  zo  ge-
                               choqueerd dat hij contact nam met de grote chef van de politie.
                               Hij  dacht  dat  we  met  dat  lichaam  aan  het  lachen  waren  en  had
                               onze  conversatie,  in  het  Nederlands,  niet  begrepen.  We  werden
                               op het matje geroepen en moesten onze uitleg komen doen. Dat
                               was voor ons nog het ergste: dat er ook maar een seconde twijfel
                               was  ontstaan  over  onze  beroepsernst  en  onze  menselijke  bena-
                               dering van de lichamen waarmee we werken.


                               Toch moet je jezelf in onze job soms eens kunnen ontladen. Als
                               je uren na elkaar zeer intensief bezig bent met zoeken of je hebt
                               het ene na het andere lichaam voorbij zien gaan, dan moet je je
                               aandacht eens op iets anders focussen. In de zaak-Pandy waren
                               we dagen bezig met graven en zoeken. Twee amateurantropolo-
                               gen – toen hadden we nog geen vaste antropologen die met ons
                               team  samenwerkten  – hadden  hun  diensten  aangeboden.  Het
                               waren  jongens  die  van  top  tot  teen  doordrongen  waren  van  de
                               ernst van hun job. En wij vonden maar niets... Tot een van ons
                               met  een  volledig  uitgestreken  gezicht  naar  die  mannen  ging  en
                               hun, bijna samenzweerderig, zei dat hij dacht dat we iets gevon-
                               den  hadden.  De  heren  waren  dolblij  en  staken  gretig  hun  han-
                               den  uit.  Bijna  sacraal  legde  onze  collega  een  klein  voorwerp  in
                               hun handen. Het was door vocht en aarde verzadigd. Alleen wij
                               wisten  waar  hij  het  vandaag  haalde:  het  was  een  stukje  sinaas-
                               appelkist  dat  we  in  de  buurt  hadden  gevonden.  Onze  antropo-
                               logen hebben onze grap gelukkig snel doorzien en, meer nog, ze
                               zelfs  geapprecieerd.  En  dat  kwam  de  teamspirit  dan  weer  ten
                               goede.


                               We  zijn  het  gewend  om  met  lichaamsresten  om  te  gaan.  Dat
                               geldt niet voor iedereen. Zo hadden we een skelet in een bos bij



                                                           252
   247   248   249   250   251   252   253   254   255   256   257