Page 38 - !ROA2017-02
P. 38
Richtlijn Ontwerp Autosnelwegen 2017 | 27 november 2017
snelheid als gevolg van deceleratie op de uitrijstrook. De lagere capaciteit kan tot hinder
en/of terugslag op de hoofdbaan leiden;
- stroomopwaarts van de uitvoeging kan de intensiteit op de rechterrijstrook toenemen door
voorsorteerbewegingen. Bij hoge intensiteiten leidt dit tot een snelheidsdaling en daarmee
mogelijk tot een daling van de capaciteit. Dit treedt met name op bij meerstrooks
uitvoegingen, omdat de uitvoegende stromen hier relatief groot zijn. Daarom dient bij
meerstrooks uitvoegingen altijd (aanvullende) bebording en/of bewegwijzering die de
meerstrooks uitvoeging aankondigt te worden aangebracht.
4.5.6 Samenvoeging
Een samenvoeging is een convergentiepunt waar verkeersstromen van twee rijbanen
samenkomen onder een flauwe hoek. De doorgaande rijbaan heeft na de samenvoeging een
aantal rijstroken dat in standaardsituaties gelijk is aan de som van de samenvoegende rijstroken
stroomopwaarts van het convergentiepunt.
Voor toepassing van een samenvoeging dient aan minimaal één van de volgende twee
voorwaarden te worden voldaan:
1 de toeleidende rijbaan wordt om redenen van capaciteit meerstrooks uitgevoerd, en/of;
2 er is sprake van gelijkwaardigheid van de bij elkaar komende rijbanen, wat als volgt tot uiting
kan komen:
- de samenvoegende rijbanen hebben dezelfde ontwerpsnelheid;
- er is sprake van samenvoeging van een hoofdbaan-hoofdbaan, parallelbaan-parallelbaan of
verbindingsweg-verbindingsweg.
Dit betekent dat een samenvoeging niet wordt toegepast in geval van convergentie met een
toerit, tenzij deze toerit om redenen van capaciteit meerstrooks is uitgevoerd. Bij een drukke
eenstrooks toerit wordt bij voorkeur een stroomopwaartse verbreding op de autosnelweg in
combinatie met een invoeging toegepast (in plaats van eenstrooks samenvoeging), zodat
vrachtverkeer geen rijstrookwisselingen hoeft uit te voeren. De richtlijnen die gelden voor de
dimensionering van een samenvoeging zijn beschreven in paragraaf 6.4.
Het toepassen van een samenvoeging leidt tot rijstrookwisselingen voor vrachtverkeer. Het
vrachtverkeer dat vanaf de linkerrijbaan komt, dient na de samenvoeging één of meer rijstroken
te wisselen om op de rechterrijstrook te komen. Vanwege het snelheidsverschil tussen
vrachtverkeer en personenauto’s is dit nadelig voor de doorstroming en de verkeersveiligheid.
Zodoende dienen situaties waarbij samenvoegingen na enige afstand worden gevolgd door een
splitsing zoveel mogelijk te worden vermeden, tenzij duidelijk aangegeven met markering en
bebording (asymmetrisch weefvak).
afbeelding 4.17. Principeschets standaard (zuivere) samenvoeging
Indien bij de samenvoeging het aantal rijstroken voor en na de samenvoeging gelijk is (zuivere
samenvoeging), heeft de samenvoeging nauwelijks gevolgen voor de capaciteit. De invloed van
rijstrookwisselingen, die optreden als gevolg van de herschikking van de voertuigtypen over de
rijstroken, is beperkt.
Pagina 38 van 168